Faalangst

Faalangst

Daar sta je dan... Voor een klas met verwachtingsvolle blikken op jou gericht. Je voelt het zweet langs je rug naar beneden glijden, je hoofd bonkt en je keel voelt droog en raar aan. Je handen trillen en je ademt snel in en uit.

Dit is het moment van de waarheid. Vandaag is dé dag. Het is tijd om je presentatie te gaan houden voor de klas. Drie hele minuten ga je praten over het zelfgekozen onderwerp, met ondersteuning van een door jou gemaakte PowerPoint. Je hebt het allemaal tot in de puntjes voorbereid, duizendmaal geoefend en je hebt er veel over nagedacht. Dat niet alleen… Het heeft zelfs slapeloze nachten teweeggebracht, maar je kan er niet onderuit. Meerdere keren uitgesteld, dat wel. Maar ja, vandaag moet het toch echt gebeuren. Daar sta je dan… Er komt geen woord over je lippen…

Herken je dit? Misschien wel bij jezelf, bij je kinderen of bij de kinderen in je klas. Of wat denk je van de kinderen die bij jou aankloppen, bij jou als kindercoach. Vooral deze kinderen, want wat willen zij graag hulp. En hoe ontzettend belangrijk is de juiste hulp voor hun toekomst?! Want het blijft natuurlijk niet bij die ene presentatie die ze in groep 7 moeten doen.

Wat is faalangst eigenlijk?

Faalangst is de angst om te falen, te kort te schieten of om aan bepaalde verwachtingen van jezelf of anderen niet te kunnen voldoen.

Er zijn verschillende vormen van faalangst te onderscheiden:

    Motorische faalangst; de angst om te falen bij een sportieve prestatie.

    Cognitieve faalangst; de angst bij een proefwerk of (rij)examen.

    Sociale faalangst; de angst bij het geven van een presentatie, spreekbeurt of lezing.

Extreme vormen van faalangst worden geschaald onder angststoornissen. Examenvrees en plankenkoorts kunnen ook als een onderdeel van faalangst worden gezien.

Negatief of positief

Faalangst geeft meestal een negatieve uitwerking. Echter kan het soms ook een positieve uitwerking hebben. De spanning die optreedt bij faalangst kan een positieve uitwerking hebben op je functioneren en concentreren. Deze extra prikkel zorgt er namelijk voor dat je beter gaat voorbereiden. Ook je prestaties zullen erop vooruitgaan.

Negatieve faalangst daarentegen heeft een desorganiserend karakter. Vooral in situaties waarin men op de prestatie wordt beoordeeld, zoals een examen. In deze omstandigheden kunnen hartkloppingen, transpireren, uitstelgedrag, gekke gedachten, tobben, trillende handen en slapeloosheid een rol gaan spelen. Dit kan ervoor zorgen dat je dingen gaat vergeten die je onder normale omstandigheden wel zou onthouden. Dit noemen we ook wel een black-out. De stress en angst die hierbij optreden werken dan negatief. Dit kan zelfs tot een vicieuze cirkel leiden: Je presteert onder je kunnen door je faalangst, hierdoor krijg je een bevestiging dat je het inderdaad voor je gevoel ‘niet’ kan. Dit leidt ertoe dat je de volgende keer opnieuw faalangstig ben. Dit kan zelfs erger worden, omdat het ‘de vorige keer ook mislukte’.

Oorzaken

Faalangst kan het gevolg zijn van een sterke druk tot presteren van een bepaalde leeromgeving of karakter van een persoon. Faalangst kan ook voortkomen uit de eigen innerlijke drang tot leveren van prestaties. Bij een kind kan faalangst optreden als zij niet kan voldoen aan bepaalde eisen van de leerkracht of de ouders, of als deze de capaciteiten van het kind te hoog inschatten.

Faalangst kan worden versterkt door vooral de aandacht te leggen op wat het kind fout doet en niet op wat het goed doet.

Enkele voorbeelden hiervan zijn:

    Op een toets te zetten 0 fout i.p.v. ‘helemaal goed!’

    Overdreven gebruik maken van de rode pen bij corrigeer werk

    Bij de gymles twee personen aanwijzen die om de beurt iemand mogen kiezen. Je zal maar het kind zijn dat steeds als laatste wordt gekozen.

    Het hardop voorlezen van de proefwerkresultaten in de klas, soms zelfs in volgorde van hoog naar laag

    Vervelende opmerkingen maken bij het voorlezen van de resultaten, zoals ‘had je geen tijd om te leren?’

    Zwakke leerlingen apart zetten (verdomhoekje)


Tja daar sta je dan…Wie kan je helpen? Hoe gaat het je lukken om die presentatie te geven?

Je hebt hulp nodig, want je kan dit niet meer alleen. Je leerkracht heeft geen tijd voor je en je ouders weten niet hoe ze je kunnen helpen. Ze motiveren en stimuleren je, maar dit is niet genoeg om van je faalangst af te komen. Tijd om hulp te vragen bij de kindercoach!

Kindercoach

Als kindercoach kun je een belangrijke rol spelen voor kinderen en jongeren met faalangst. Je gaat ze leren wat faalangst is en wat dit met hun doet.  Je gaat de kinderen niet helpen om ervan af te komen, maar juist om te leren hoe zij hiermee om moeten leren gaan. Het is belangrijk hierbij dat kinderen ook de positieve effecten van faalangst leren ontdekken. Met behulp van RET-therapie help je ze te sturen naar oplossingsgerichte gedachten. Je leert kinderen verschillende gebeurtenissen te omschrijven en het onderscheid te maken tussen een positieve en een negatieve gebeurtenis. Hierbij leer je ze hun gedachten, gevoelens en gedrag te verwoorden. Samen ga je op zoek naar helpende gedachten.

Faalangst bij kinderen kan voorkomen worden door een kind een veilig gevoel te geven en geen onduidelijke of tegenstrijdige opdrachten te geven. Herschik bijvoorbeeld moeilijke taken in gemakkelijkere deeltaken. Daarnaast is het belangrijk om vooral het kind een realistisch beeld te geven over zijn prestaties, zonder dit positief te overdrijven of af te kraken. Als kindercoach heb je hier ook een belangrijke rol bij. Coach ouders en leerkrachten rondom het kind hierop.

Ja, je gaat het doen! Drie minuten praten over een onderwerp waar je heel veel over weet!

Je hebt het super goed voorbereid en alles staat keurig klaar. Voor de voorbereiding krijg je al een dik compliment. Je gaat het gewoon laten gebeuren… Je zoekt al je helpende gedachten bij elkaar die jullie samen hebben bedacht. Je ademt diep in en uit, je recht je rug en kijkt (over de hoofden) van de kinderen de klas in. Je kan het!


Over de schrijver
Reactie plaatsen

Werkvormenbundel

7 werkvormen in verschillende thema’s.
Gemakkelijk in te zetten in de praktijk!

De verschillende werkvormen hebben ieder één van de volgende thema’s: Zelfbeeld, Omgeving, Gebeurtenis, Gedachten, Gevoelens, Gedrag en Gevolg.
50%
Je bent er bijna!
We mailen je de werkvormenbundel in kleur en zwartwit.
Je gegevens zijn veilig
Gratis downloaden
Werkvormenbundel