Werkvorm 1
Je speelt het spel als kwartetspel zoals beschreven op kaart 1.
Werkvorm 2
Je speelt het spel als kwartetspel met pot zoals op kaart 1.
Werkvorm 3
Leg alle kaarten open op tafel. Om de beurt ga je een kwaliteit kiezen die het beste bij je hoort. Je neemt hiervan dan 1 speelkaart. De andere drie kaarten met deze kwaliteit blijven liggen, zodat de andere spelers deze ook nog kunnen kiezen. Je leest deze kaart aandacht door. Om de beurt ga je uitleg geven over de kwaliteit die je hebt gekozen. Je vertelt daarbij ook hoe je deze kwaliteit gebruikt in het dagelijks leven. De andere spelers luisteren en stellen vragen.
Werkvorm 4
Leg alle kaarten open op tafel. Om de beurt kies je een kwaliteit die het beste bij je past. Je neemt nu alle vier de kaarten. Dit doe je tot alle setjes verdeeld zijn. Je onthoudt nu je eigen kwaliteiten goed. Daarna leggen alle spelers de kaarten terug op tafel en worden ze flink door elkaar geschud. Vervolgens worden de kaarten verdeeld onder de spelers (zie kaart 1).
Nu gaan alle spelers op jacht naar hun eigen kwaliteiten. Alleen je eigen kwaliteitenkwartetten mogen worden verzameld en tellen als kwartet. Wie het eerst zijn eigen kwaliteitenkwartetten heeft verzameld wint het spel.
Werkvorm 5
Neem van elke kwaliteit 2 kaarten, leg de andere 2 op een stapel.
Schud alle kwaliteiten (steeds 2 kaarten) goed door elkaar. Leg de kaarten gesloten verspreid op tafel neer. Om de beurt mogen de spelers twee kaarten omdraaien. Zijn het twee dezelfde kaarten dan mag de speler het setje houden. Zijn het twee verschillende kaarten, dan moeten de kaarten worden teruggelegd. Praat onder het spelen van het spel over de verschillende kwaliteiten.
Werkvorm 6
Neem van elke kwaliteit 2 kaarten, leg de andere 2 op een stapel.
Schud alle kwaliteiten (steeds 2 kaarten) goed door elkaar. Leg de kaarten open verspreid op tafel neer. Om de beurt mogen de spelers een kwaliteit kiezen (neem hiervan de 2 kaarten) tot al de kaarten op zijn. Onthoudt goed welke kwaliteiten je hebt gekozen. Daarna leggen alle spelers de kaarten terug op tafel (gesloten) en worden ze flink door elkaar geschud. De kaarten worden verdeeld over de tafel. Nu gaan alle spelers op jacht naar hun eigen kwaliteiten. Alleen je eigen kwaliteiten mogen worden verzameld en tellen als setje. Wie het eerst zijn eigen kwaliteitensetjes heeft verzameld wint het spel.
Werkvorm 7
Leg alle kaarten open op tafel. Om de beurt ga je een kwaliteit kiezen die past bij een van de andere spelers. Je vertelt hierbij waarom je deze kaart hij hem of haar vindt passen. Als alle kaarten zijn verdeeld en besproken, speel je het kwartetspel.
